BishopAccountability.org
 
  Seksueel Misbruik En Celibaat

Katholiek Nieuwsblad
June 23, 2010

http://www.katholieknieuwsblad.nl/archief/Artikelen/2010/6/23/Seksueel_misbruik_en_celibaat

Voor de commissie-Deetman zal het niet gemakkelijk zijn in het geval van seksueel misbruik in de Kerk het aandeel vast te stellen van de indertijd in katholieke kring breed gedragen opvattingen over seksualiteit. Er wordt er nog al eens verwezen naar de lichaamsvijandelijkheid van een dualistische christelijke cultuur die de neiging heeft een strikte scheiding aan te brengen tussen lichaam en geest. De geest is dan iets wat verheven, heilig en zuiver is, het lichaam iets wat van lager orde is, verdacht en gevaarlijk. In alle godsdiensten zijn er stromingen die seksuele onthouding, ascese en matiging praktiseren, maar ook stromingen die seksualiteit en erotiek zien als een mogelijkheid God te ervaren. Maar in het christendom is er ook een radicale afwijzing van dit dualisme, wordt het lichaam in zijn recht hersteld als een manifestatie van God. De mens is lichaam en ziel, ook in het lichaam ontmoet hij God. Na het vasten volgt onherroepelijk het feest.

Maar hoever mag dat vasten gaan, en waar moet het feest ophouden? Moet ik, met de oude monniken, weerstand bieden aan de hartstochten "of ze laten binnenkomen"? Moet ik ze onder ogen durven zien of "ze direct de pas afsnijden"? Op de priesterseminaries, voor en na de oorlog, kwamen de hartstochten niet binnen, zeker niet de seksuele. Sinds de crisis van het celibaat is het de gewoonte geworden het celibaat als iets negatiefs te zien, als een gemis. Dit doet onrecht aan de vele celibatairen, vervuld van het ideaal van 'zelfopoffering'. Hoeveel religieuzen wilden niet "heilig" worden en zo de 'leegte' van het celibaat opvullen. En hier begint het probleem. De geëxalteerde beschrijvingen van de schoonheid van het celibaat zijn even zovele ontkenningen van zijn alledaagsheid, zijn problematiek. Dit verschijnsel is niet van vroeger, maar doet zich nog onverminderd voor. Of het nu kerkleiders zijn of sterke, vrije spirituele leiders, bij sommigen treft mij de krampachtigheid in hun spreken over het celibaat om de onaantastbaarheid ervan te redden.

Geen onderdrukking

Wie zichzelf opoffert, wegcijfert, zich alleen op God of de medemens concentreert, in klooster, parochie of gezin, loopt het gevaar zijn eigen behoeften en verlangens te verwaarlozen. Vroeg of laat zullen deze hen gaan inhalen, verbitteren en frustreren. Onder celibataire priesters en religieuzen is dit veel voorgekomen omdat hun simpelweg niet geleerd is om te gaan met de eigen behoeften en verlangens, in het bijzonder seksuele gevoelens en hartstochten die genegeerd of onderdrukt werden. Dan zou "het" wel over gaan. Maar dat deed het niet. Moet ik de hartstochten binnenlaten? De oude woestijnmonniken (niet allen!) wisten, evenals de moderne psychotherapie, dat ik mijn gevoelens, hartstochten, driften, ook mijn schaduwkant moet leren accepteren. Ik kan dus niet 'heilig' worden, zonder het 'onheil' in mijzelf tegemoet te treden. Doe ik dat niet, juist dan dreig ik erdoor bezeten en zelfs verscheurd te worden, of een splijting van mijn persoonlijkheid voor lief te moeten nemen. Bij sommige religieuze geesten (niet alleen priesters!) treft men een verbeten guerrilla aan tegen de eigen hartstochten. Zij onderwerpen zich aan de psychische wetmatigheid dat ik met dezelfde agressie waarmee ik vecht tegen mijn eigen hartstochten en (seksuele) verlangens, mijn medemensen opzadel met "haast ondraaglijke lasten" en met een rigoristische seksuele moraal. In ultraorthodoxe en fundamentalistische kringen bestrijdt en veroordeelt men in anderen wat in het eigen hart gevreesd en afgewezen wordt.


Er is genoegzaam op gewezen dat in een cultuur die het seksuele, het erotische en het vrouwelijke onderdrukt, gewelddadige seksualiteit meer dan anders voorkomt, en dat waar seksualiteit wordt onderdrukt het geweld zelf geërotiseerd wordt. Het is geen toeval dat seksueel misbruik in de kerk veel de vorm van geweld, van verkrachting aannam. Natuurlijk waren niet alle religieuzen gekwelde mensen, worstelend met hun seksualiteit. Je kunt 'de hartstochten laten binnenkomen', er de strijd mee aangaan en ermee in het reine komen. Je kunt de leeuw en het lam in je uiteindelijk naast elkaar te rusten leggen. Maar je kunt ook de hartstochten "de pas afsnijden", ze helemaal niet laten binnen komen. Geen strijd voeren, en dat is wat in de vorming van veel priesters en religieuzen is gebeurd. Juist dat heeft een veel grotere schade toegebracht aan het religieuze leven.

Affectiviteit

Wij zijn hier terechtgekomen bij een tweede, wezenlijke problematiek in de kerkelijke opvoeding, die tot op de dag van vandaag doorwerkt: de angst die er was en is, affectieve relaties aan te gaan en gevoelens te accepteren en te uiten. Om complicaties en problemen te voorkomen, zeker waar het de andere sekse betrof, kon men affecties maar beter vermijden, hartelijkheid in relaties maar beter voorkomen, omdat men nooit wist waar het op uit zou lopen. Het is deze geremde, opgedroogde affectiviteit geweest die een grote last heeft opgelegd aan het religieuze leven, het celibaat, en uiteindelijk aan de hele Kerk. Op veel grootseminaries en pastorieën heeft een verdroging van de affectiviteit plaatsgevonden die niet zonder gevolgen kon blijven. Waar passies in jezelf worden uitgeschakeld, daar kan ook geen compassie met anderen zijn, die nodig is voor elk vruchtbaar pastoraat. Waar in de opvoeding affectiearmoede en affectiebeperking worden aangeleerd, is dat later altijd terug te zien in het onvermogen om vruchtbare relaties aan te gaan. Erotische deugden en bekwaamheden moeten ingebed zijn in waarden als tederheid, genegenheid, kwetsbaarheid en gevoeligheid, in het vermogen tot intimiteit. Wie beschrijvingen leest van seksueel misbruik, wordt geschokt door de seksuele onbeholpenheid bij de dader, de grofheid, de gewelddadigheid. Wat zich hier wreekt is een seksualiteitsbeleving die nooit gekaderd, gedisciplineerd is geworden. De daders om wie het hier gaat, hebben eenvoudigweg nooit geleerd of voorgeleefd gekregen dat seksualiteit niet te scheiden valt van tederheid en kwetsbaarheid, dat seksualiteit alleen in intimiteit en gelijkheid echt beleefd kan worden.

Seksueel misbruik in de katholieke Kerk, valt niet te begrijpen zonder inzicht te hebben in een katholieke cultuur die generatieslang geen plaats heeft ingeruimd voor een gezonde seksuele vorming. In het geval van seksueel misbruik heeft de Kerk haar eigen demonen niet serieus willen nemen, haar schaduwen niet durven aanraken. Zij heeft zich daarvoor geschaamd en heeft daarvoor, zeker op de lagere niveaus van bestuurlijke verantwoordelijkheid, gereageerd met een 'culture of silence'. Er zijn veel verstandige katholieken die, waar het gaat om het probleem van het celibaat, gehoord willen worden. Er is natuurlijk geen direct en geen dwingend verband tussen celibaat en seksueel misbruik. Deetman zal dit zeker gaan vaststellen. Het zal niet genoeg zijn. Timothy Radcliffe vraagt zich af of het celibaat als levenswijze kan blijven bestaan. "Kan ik het doorstaan zonder mijn hart te doden? Hoeveel oudere broeders en zusters er ook geweest zijn die het omarmd hebben en er ook tot bloei door zijn gekomen." Op deze vraag zal de Kerk een antwoord moeten geven, dat handen en voeten krijgt in het begeleiden van mensen die voor het celibaat kiezen.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.