BishopAccountability.org
 
  Mgr. De Kesel Schrijft Brief Aan Godsdienstleerkrachten En Verantwoordelijken Voor Schoolpastoraal

The Rknieuws
October 14, 2010

http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=63120


BRUGGE (RKnieuws.net) - Mgr. Jozef De Kesel, bisschop van Brugge, heeft een persoonlijke brief geschreven aan alle godsdienstleerkrachten en verantwoordelijken voor schoolpastoraal in het bisdom Brugge. De brief gaat over seksueel misbruik in de Kerk.

"Reeds meer dan een maand terug zijn de scholen gestart. Tijdens de godsdienstlessen of pastorale activiteiten maar ook er buiten, worden jullie naar aanleiding van de schandalen binnen de Kerk geconfronteerd met uiteenlopende reacties. Als godsdienstleerkracht of (mede-)verantwoordelijke voor de schoolpastoraal sta je vaak in het oog van de storm. Leerlingen en collega's laten niet na hun mening vrij en open te kennen te geven. Sommigen voelen mee met de pijn en willen steunen, anderen sparen hun kritiek niet. Velen onder ons zijn gekwetst. Hoe begrijpelijk ook, het maakt het ons zeker niet gemakkelijk om onze opdracht te vervullen. Graag ben ik jullie nabij in deze moeilijke omstandigheden. Toen we geconfronteerd werden met de resultaten van het rapport van de Commissie-Adriaenssens, ging er een schok door ons. Het ging niet alleen om enkele gevallen. De pijn en het verdriet, maar ook de schaamte werden alleen maar groter. Hoe kon zo iets op dergelijke schaal in ons midden gebeuren? We weten dat het ook elders gebeurt. Maar hoe kan het toch dat het ook bij ons is gebeurd en vooral zoveel? Hoe komt het dat we het niet hebben gezien of niet hebben willen zien? Hoe komt het dat zij die er het slachtoffer van waren het zo moeilijk hadden om ermee naar buiten te komen en hulp te vragen? Hoe moet het nu verder? Hoe onze verantwoordelijkheid niet ontvluchten? Het zijn vragen die ons niet meer loslaten. Daarover deze brief om met jullie te delen wat in mij leeft en hopelijk wat perspectief te bieden".

Luisteren naar de stem van het lijden

"Luisteren naar hen die zoveel geleden hebben. Dat is nu wel het eerste wat moet gebeuren. De pijn en de ontreddering moeten groot zijn als men zo iets als kind meemaakt. De gevolgen zijn onoverzichtelijk. Maar het ergste wat je dan overkomt, is dat je lijden zelfs niet erkend wordt, dat het niet ernstig genomen wordt. De onmacht en de eenzaamheid worden dan compleet. Daarom is dat nu inderdaad het eerste wat we moeten doen: luisteren naar hen die als eersten recht hebben om te spreken. We moeten het kwaad erkennen en het lijden ernstig nemen. Dat is wat ik kan doen in mijn verantwoordelijkheid, maar wat we allen kunnen en moeten doen op de plaats waar we leven en werkzaam zijn".

"Het is waar dat de feiten waarover het gaat zich grotendeels in de zestiger en zeventiger jaren hebben afgespeeld. Maar de gevolgen voor de slachtoffers kunnen duren tot op vandaag. Dikwijls hebben ze blijvende hulp en begeleiding nodig. Niet alleen onontbeerlijke professionele hulp, maar ook een luisterend oor en een meevoelend hart vanwege ons, vanwege de Kerk. Juist daar ligt onze eerste opdracht. Gelukkig beschikken we over een aantal mensen die ons daarbij kunnen helpen. Je kunt hen contacteren langs het secretariaat van het bisdom".

Trouw aan onze roeping

"Met alle kennis en inzicht die psychologen en therapeuten ons kunnen bijbrengen over pedofilie, blijft het een mysterie hoe mensen met een herderlijke en pastorale verantwoordelijkheid zo iets kunnen doen en misbruik maken van hun positie en gezag. Het vertrouwen in ons is diep geschokt. Het gaat mij daarbij niet om ons imago. In vergelijking met het leed dat is geleden, is elke zorg voor het imago misplaatst. Het vertrouwen is aangetast juist in datgene waarvoor we uiteindelijk staan, namelijk het evangelie, het goede nieuws van Gods menslievendheid. Want daarvoor bestaan we als Kerk: om dat evangelie bekend te maken en te beleven. En daarvoor wordt aan pastoraal gedaan: om mensen te helpen en te begeleiden in hun zoeken naar concrete beleving van dat evangelie. Maar wat kun je nog zeggen als kinderen juist in die pastorale situatie worden misbruikt? Dan heb je niet veel meer te zeggen. Dan moet er niet meer hoog van de toren geblazen worden. Dan vervalt alle roemen op zichzelf".

"Velen keren ons de rug toe of vragen om uit de Kerk te treden. De band met de Kerk was wellicht al erg los. Maar nu verbreken ze hem definitief. Begrijpelijk. Op een bepaald ogenblik heeft ook Jezus aangevoeld hoe diep de crisis bij zijn leerlingen ging. Hij heeft hun toen de vraag gesteld: "Willen jullie soms ook weggaan?" Wat kunnen wij anders antwoorden dan wat de leerlingen toen geantwoord hebben: "Heer, naar wie zouden wij anders gaan?" (Joh 6,67-68) Trouw blijven aan onze roeping, wellicht ver van de schijnwerpers, en ernst maken met het evangelie, is het enige dat ons echt te doen staat. Er zijn nog andere uitdagingen die om een antwoord vragen. Toch moet dat onze allereerste zorg zijn: trouw aan het evangelie. Daarvoor hebben we elkaar nodig. We moeten het uithouden en elkaar vasthouden. Ook als we het meemaken dat ons aanzien vermindert en ons aantal verkleint, mag dit onze diepste geloofszekerheid niet aantasten: dat we geroepen zijn, hoe zwak en onvolkomen ook, om teken te zijn van Gods liefde voor deze wereld".

Vernieuwde aanpak

"We hebben veel te danken aan de manier waarop de Commissie-Adriaenssens gewerkt heeft. De ontgoocheling was groot toen de dossiers in beslag werden genomen en de leden van de Commissie ontslag namen. Van hen hebben we veel geleerd. Niet alleen voor het nieuwe initiatief dat we ter opvolging van de Commissie stilaan willen vorm geven, maar ook in de wijze waarop we nu al kunnen en moeten handelen. Zo is het luisteren naar de slachtoffers en het ernstig nemen van hun lijden de allerbelangrijkste prioriteit geworden. Ook kan er binnen de Kerk geen sprake zijn van een parallelle justitie. Waar het om misdrijven gaat, is justitie de instantie die erover te oordelen heeft. De Kerk heeft wel een pastorale verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om een kerkelijke sanctie te treffen. Want recht moet geschieden. Pas dan komt daadwerkelijk ruimte voor vergeving. Het is een vraag waar we allen voor het ogenblik mee worstelen: hoe kunnen we recht laten geschieden en toch ook wegen zoeken naar vergeving en verzoening? Geen goedkope vergeving die het aangerichte lijden bagatelliseert. Maar ook geen wraak die in de dader niet meer de mens ontwaart die moet begeleid en geholpen worden".

"Het nieuwe initiatief dat door de bisschoppen is aangekondigd, wordt nog verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Maar nu is al klaar dat de verschillende sectoren die in aanmerking komen voor de begeleiding van slachtoffers duidelijker onderscheiden moeten worden. Ze vergen ook elk eigen competenties. Er is de pastorale benadering, want de Kerk kan haar verantwoordelijkheid niet ontlopen. Slachtoffers vragen juist ook van de Kerk erkenning en begeleiding. Maar er is evenzeer de juridische en de therapeutische benadering. Het zal belangrijk zijn dat er een goede coördinatie is maar dat de verschillende benaderingen ook in hun eigenheid en autonomie erkend worden".

Bekering

"In deze brief wil ik jullie ook nog enkele aandachtspunten voorleggen. Ze hebben het allemaal over een innerlijke bekering".

Geen onaantastbare posities

"Uit de verhalen en de resultaten van het rapport blijkt dat een gesloten milieu met autoritaire gezagsstructuren gemakkelijk aanleiding geeft tot misbruik van mensen. Dat was bijvoorbeeld duidelijk het geval bij vroegere internaten. Vandaag zijn de verhoudingen binnen de Kerk op dit punt toch wel veranderd. Maar we moeten op onze hoede blijven. Pastorale verantwoordelijkheid betekent dat men gezag uitoefent. Maar het is niet goed als gezag zich tegenover niets of niemand moet verantwoorden. Dat geldt voor mij en voor elk van ons. Pastoraal mag niet beleefd worden als een soort vrijbrief om zijn eigen gangen te gaan en zich door niets of niemand te laten gezeggen. Niemand is onaantastbaar. We moeten werken aan een klimaat waar we elkaar helpen en steunen, ook door elkaar te bevragen en te corrigeren. Dat behoort wezenlijk tot de medeverantwoordelijkheid waar we in de Kerk sinds het Concilie steeds concretere gestalte willen aan geven".

Waarachtig en bescheiden

"Seksueel misbruik komt ook elders voor. Het is een maatschappelijk probleem. Maar daarmee is de Kerk in niets verontschuldigd. Als er één plaats is waar het niet zou mogen kunnen, dan wel bij ons. Maar ook dat doet geen recht aan de realiteit: we zijn geen gemeenschap van volmaakten. Toch is het misbruik in pastoraal verband zo schrijnend omdat het manifest contrasteert met het moreel hoogstaand discours dat de Kerk er op nahoudt. Wat is gebeurd zal ons bescheidener maken. Minder betweterig, alsof we op alles en altijd het sluitende en enige juiste antwoord hebben. Niet om het ideaal zelf in vraag te stellen. Niet om het evangelie aan te passen aan onze vanzelfsprekendheden. Maar om te beseffen dat de Kerk ook zelf een gemeenschap van mensen is, solidair met allen die zoeken naar zin en heil, met allen ook die hunkeren naar een meer menswaardige maatschappij".

Eerlijk en open spreken over seksualiteit

"We moeten leren om in de Kerk de problemen en vragen rond seksualiteit eerlijk ter sprake te brengen. Seksualiteit is altijd een delicate aangelegenheid, ten goede en ten kwade. Menselijke seksualiteitsbeleving wil steeds uitdrukking zijn van de diepste gevoelens van eerbied en liefde. Maar ook het tegendeel kan gebeuren. Dan wordt de andere mens middel tot eigen genot en dus misbruikt. Ik denk dat het niet goed is als vragen rond seksualiteit blijven hangen in een sfeer van taboe. Want dat geeft juist gelegenheid om in het verborgene en ongekend zijn eigen gangen te gaan. Beter is te werken aan een klimaat van eerlijkheid en openheid rond seksualiteit, niet alleen als anderen ons daarover aanspreken, maar ook onder elkaar. Dat naar aanleiding van de zo spijtige gebeurtenissen pedofilie nu ter sprake komt en onze kennis daaromtrent verruimt, zal er hopelijk ook toe bijdragen dat het in de toekomst minder kan gebeuren".

Leven in de waarheid

"Wat is gebeurd, doet veel pijn. Eén iets mogen we niet denken: was het maar allemaal niet aan de oppervlakte gekomen, dan zou ons veel leed bespaard zijn. Maar dan zou nog oneindig veel meer leed gebleven zijn. Leven in de waarheid: we hebben geen andere keuze. En die waarheid is voor ons Christus. Het allerbelangrijkste dat ons te doen staat blijft het samen zoeken naar wat het evangelie voor ons concreet en reëel betekent, ook in onze eigen levensstaat en roeping. Dat moet onze grote zorg zijn. Ook alle kerkelijke en pastorale agenda's moeten daaraan ondergeschikt zijn. Het betekent een diepe innerlijke bekering, een zuivering van het hart, een grotere verbondenheid met Christus".

"Goede vrienden, aan het slot van deze brief wil ik jullie allen nog heel oprecht danken. Midden alle verdriet en pijn, midden alle moeilijkheden en uitdagingen die op ons afkomen, blijven we samen onze opdracht vervullen in dienst van de Heer en zijn evangelie. Er zijn geen woorden voor wat gebeurd is. Toch mogen we niet vergeten dat er ook zoveel goede dingen gebeuren. Daarvoor brengen we dank aan God en vragen dat de heilige Geest ons moed en vreugde schenkt om naar best vermogen te beantwoorden aan wat de Heer van ons en van zijn Kerk verwacht", aldus bisschop De Kesel.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.