BishopAccountability.org
 
  De Schijnzekerheid Van Het Preutse Bestaan

De Standaard
January 10, 2011

http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=QB34MMB7

Een kind dat naakt in een vijver duikt, moet dat ons met afschuw vervullen?An Nelissen

De schijnzekerheid van het preutse bestaan

De verschillende klachten over seksueel misbruik tegen pater Luc Versteylen moeten grondig onderzocht worden. Ondertussen, schrijft RIK TORFS, lijkt een puriteinse levensorde weer de kop op te steken.

Pater Luc Versteylen in het midden van de storm. Het zoveelste bewijs van het falen van de kerk, gnuift iemand. Seksueel misbruik, ook bij de groenen, spot een ander. Of de beschuldigingen kloppen, zal het gerechtelijk onderzoek uitwijzen. Ondertussen geniet de bezieler van de groene beweging een vermoeden van onschuld, een echt vermoeden van onschuld dan. Ver verwijderd van de suggestieve taal die Versteylens vroegere medestandster Mieke Vogels dit weekend schaamteloos hanteerde: 'Het gerecht moet zijn werk doen, of het nu gaat om Roger Vangheluwe of Luc Versteylen.' Een fijnzinnige vergelijking voorwaar, het vermoeden van onschuld spat er zo van af.

Maar soit. Gaat de huidige discussie in Vlaanderen alleen over seksueel misbruik? Ik denk het niet. Er is meer aan de hand. We bevinden ons op een keerpunt van de geschiedenis, waarbij de puriteinse levenshouding die wij verlaten achtten, weerom de kop opsteekt. Want hoe ging dat ook alweer, de laatste halve eeuw?

Het nadeel van seks

Ik herinner mij de jaren zestig, als kind weliswaar, maar misschien daarom des te duidelijker. Meisjes van zeventien hadden vriendjes. Ze mochten er niet mee naar bed. Daarna werden ze zwanger. Dus moesten ze trouwen. Wat verboden was, werd op die manier een plicht. Dat was het nadeel van seks: wanneer het eindelijk mocht, moest het. Mooie tijden, die vroege jaren zestig. Onze onderwijzers maanden ons aan de cinema's resoluut voorbij te lopen, niet te kijken naar de prenten in de hall. Pure pornografie allemaal. Vreselijke films. Bambi bijvoorbeeld.

Later, vooral in de jaren zeventig, veranderde de mentaliteit. Het lichaam stond los van de voortplanting. Jonge leraren verkondigden met enige emotie in hun stem dat de gruwelijkste misdrijven niets met seks te maken hadden. Sociale onrechtvaardigheid was erger. Het ogenblik van de bevrijding was aangebroken. Make love, not war. Plotseling leek het alsof de grenzen waarvoor de vorige generatie eerbied betoonde niets anders waren dan pure conventie en nauwelijks verholen levensangst.

Toen ik in de tweede helft van de jaren zeventig student was aan de Leuvense rechtsfaculteit, maakte de criminoloog Steven De Batselier furore. Je kon niet vrij genoeg zijn, vond hij. In zijn druk bijgewoonde colleges liet hij allerlei mensen aan het woord die hun seksualiteit op ongebruikelijke manier beleefden. Daaronder pedofielen en beoefenaars van bestialiteit. Een traditionele examenvraag van De Batselier luidde: 'Is bestialiteit geoorloofd?' Het correcte antwoord was: 'Als het dier het ook plezant vindt.' Vergeefs trachtte ik me te verplaatsen in de psychologie van de regenworm.

De Batselier zou vandaag door de politie worden opgepakt. Ook de toenmalige rector Piet de Somer had bezwaren en wilde De Batselier schorsen, maar hij kreeg de gehele linkse studentenbeweging over zich heen. Dat is ongeveer een kwart eeuw geleden.

Vandaag is alles anders. Gaan wij terug naar de preutsheid en het puritanisme van vijftig jaar geleden? Ziedaar de cruciale vraag die we de komende tijd niet uit het oog mogen verliezen. Dat pedofilie, anders dan enkele decennia geleden, niet meer als aanvaardbaar wordt beschouwd, is volledig terecht. De schijntoestemming van een kind is onvolkomen en de psychologische gevolgen van het seksuele contact kunnen onuitwisbaar zijn. Maar in het zog van de terechte bestrijding van pedofilie gebeurt er veel meer.

Ratzinger

Zou het kunnen dat onze samenleving op een sluipende manier de oude puriteinse waarden weerom omarmt? Is dit het gedroomde moment om te kiezen voor morele restauratie? Naar het schijnt zouden er in de Oude Brouwerij van Viersel jongeren, en ook misschien wel ouderen, naakt in een vijver zijn gedoken. Moet deze gedachte ons met afschuw vervullen? Tien jaar geleden zou deze vraag zijn weggelachen. Vandaag merk je overal aarzeling. Misschien was niet alleen de houding tegenover pedofilie verkeerd, maar was alles een beetje vies in de sixties en seventies.

Later zal de geschiedenis onze tijd beoordelen, maar de kritiek op het reilen en zeilen in de Oude Brouwerij zou wel eens meer kunnen betekenen dan we vandaag vermoeden. Het in ademnood verkerende Europa heeft niet langer het bevrijdende zelfvertrouwen dat het een halve eeuw geleden uitstraalde. We plooien terug. We schuwen het experiment. We vrezen het onbekende. We verkiezen langzaam maar zeker de schijnzekerheid van het puriteinse bestaan. Het verbod is belangrijker dan het genot, moralisten vinden elkaar, of ze nu Josef Ratzinger heten of Renaat Landuyt.

In het heersende discours van vandaag herken ik, paradoxaal genoeg, wat vroeger de kerk zei: 'Laten we niet te tolerant zijn, want niet iedereen kan verdraagzaamheid aan, en voor je het weet wordt er misbruik van gemaakt.' Van dwang kan je geen misbruik maken, van vrijheid wel. Daarom moet vrijheid worden teruggeschroefd, en dwang niet.

Wat Luc Versteylen wordt ten laste gelegd, verdient een grondig onderzoek, zeer zeker. Maar voor een terugkeer naar de moralistische tijden van weleer bedank ik feestelijk. No way.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.