BishopAccountability.org
 
  ‘Ik Kijk Graag Naar Blote Jongens’

RTL
May 21, 2011

http://www.rtl.nl/%28/actueel/rtlnieuws/%29/components/actueel/rtlnieuws/2011/05_mei/20/verrijkingsonderdelen/interview-met-pedopater.xml



U bent pater in de orde van de Salesianen van Don Bosco. Tegelijkertijd was u van 2008 tot 2010 bestuurslid bij pedofielenvereniging Martijn.

Dat klopt inderdaad, daar zal ik dan maar heel open in zijn. Ik ben inderdaad bestuurslid geweest van Martijn. Overigens ben ik al veel langer lid van de vereniging, sinds 1994. Ik zocht in die tijd hulp bij mijn gevoelens en mijn zus zei toen tegen mij: "Misschien moet je eens bij Martijn gaan praten". Zo is het gekomen.

Vindt u dat het samengaat, lid van een religieuze orde en lid van een pedofielenvereniging?

Martijn is een legale vereniging. Het lidmaatschap is niet verboden en zo’n bestuurslidmaatschap ook niet. Ik heb ook nooit iets strafbaars gedaan. En zoals ik al aangaf: ik zocht hulp bij mijn gevoelens. Die hulp kon de kerk mij niet bieden. Ik ben daar wel in therapie geweest, bij een zuster. Maar dat was naar mijn gevoel niet voldoende. Bij Martijn kwam ik in contact met lotgenoten, dat vond ik fijn.

U bent niet alleen lid geweest, maar ook actief bestuurslid. Vindt u dat verstandig?

Ik ben maar tijdelijk bestuurslid geweest, omdat anders zonder bestuur de vereniging Martijn zou moeten worden opgeheven. Er waren nu eenmaal niet heel veel mensen beschikbaar voor de functie. Toen ze vroegen of ik dat wilde doen, was er niemand anders. Dus toen heb ik toegezegd. Ik ben er op een gegeven moment ook weer mee opgehouden. Begin 2010 was het seksueel misbruik in de kerk volop in het nieuws, het werd toen wel erg veel. Toen leek het me beter om te stoppen.

Toen u bestuurslid was van pedofielenvereniging Martijn liep er een rechtszaak tegen de toenmalige voorzitter van Martijn, Ed D.. Hij werd in 2009 veroordeeld tot een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens het bezit van kinderporno. Heeft u in de periode dat u bestuurslid was ooit gemerkt dat er binnen vereniging Martijn dingen gebeurden die strafbaar waren?

Ik hield mij altijd verre van zaken waarbij mensen de grens over gingen, daar wilde ik niets mee te maken hebben. Het was wel eens zo dat er buiten de vergaderingen zaken werden uitgewisseld die misschien niet helemaal legaal waren. Ik heb altijd gezegd: ‘jongens, dat moeten we niet doen’. Maar ja, ik kan mensen niet tegenhouden. Zelf heb ik daar nooit aan mee gedaan.

Heeft u uw overste, Herman Spronck, verteld van uw lidmaatschap en bestuurslidmaatschap van Martijn?

Herman Spronck wist van mijn lidmaatschap van Martijn. Wanneer ik hem dat precies heb verteld weet ik niet meer. Maar hij heeft er nooit een punt van gemaakt. Omdat mijn bestuurslidmaatschap maar tijdelijk was, heb ik dat niet direct aan mijn overste gemeld. Het zou kunnen dat ik er ooit iets over heb gezegd. Ik weet niet meer precies hoe wij die afspraken mondeling gemaakt hebben.

Buiten uw lidmaatschap van Martijn heeft u ook op andere manieren uiting gegeven aan uw pedofiele gevoelens. U bent meerdere keren met de politie in aanraking geweest omdat u zich gedroeg als potloodventer’ in de buurt van jonge jongens. U bent daarom ook weggestuurd uit verschillende bisdommen en parochies.

U suggereert dat ik een potloodventer ben, maar dat is niet zo. Ik heb mijn geslachtsdeel altijd net niet laten zien. Ik heb nooit iets gedaan wat schadelijk was voor kinderen. Zo heb ik nooit pubers seksueel aangeraakt. Wel heb ik in het bijzijn van pubers over mijn gulp gewreven toen ik een erectie had. Dat mag misschien niet volgens de wet, maar het is geen ernstig vergrijp. Ik denk ook niet dat de pubers die het betrof er schade van hebben ondervonden.

Wist uw overste Herman Spronck van de keren dat u in aanraking kwam met de politie?

Herman Spronck is mijn vertrouwenspersoon binnen de orde. Hij was op de hoogte van mijn gevoelens en dus ook van de keren dat het mij niet lukte die gevoelens te bedwingen. Hij heeft mij altijd door dik en dun gesteund. Daar ben ik hem erg dankbaar voor.

Herman Spronck wist van uw gevoelens en wist ook dat u soms moeite had die gevoelens te bedwingen. Vindt u dat Spronck u tegen uzelf in bescherming had moeten nemen en u uit de buurt van jongeren had moeten houden?

Het is juist heel belangrijk dat ik wel in de buurt van jongeren ben! De drang om toe te geven aan mijn gevoelens wordt sterker op het moment dat ik helemaal niet bij jongeren in de buurt ben. Dan word ik onrustig en ga ik het opzoeken. Herman Spronck heeft me wel altijd gewaarschuwd dat ik me aan de wet moest houden. Dat ik dat ondanks zijn waarschuwingen niet altijd heb gedaan, neem ik geheel voor mijn eigen rekening.

Hoe kijkt u in het algemeen aan tegen relaties tussen volwassenen en kinderen?

De maatschappij vindt dit soort relaties schadelijk. Ik ben het daar niet mee eens. Slechts in een heel enkel geval heeft een kind daar last van. Als je kijkt naar wat er gebeurt is op het internaat Don Rua in ’s Heerenberg; daar is een groep van zo’n 44 slachtoffers, maar ik weet dat hooguit twee daarvan maar schade hebben.

U vindt dus niet dat u beter niet met jongeren kunt werken?

Nee. Ik kijk graag naar blote jongens, maar ik heb ze nooit met een vinger aangeraakt.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.