BishopAccountability.org

'Kerk Moet Helder En Hartelijk Zijn'

The Rknieuws
January 20, 2012

http://www.rorate.com/nieuws/nws.php?id=69705


TILBURG (RKnieuws.net) - De Kerk moet helder en hartelijk zijn. Dat heeft mgr. Gerard de Korte vandaag gezegd op een symposium bij het afscheid van prof. Wissink van de Uvt.

Het christendom, en meer bijzonder het rooms- katholicisme, heeft het in ons land niet gemakkelijk. Bijna alle kerkelijke gemeenschappen hebben in snel tempo te maken met een flinke en voortgaande krimp. Families, vaak al eeuwen kerkelijk, moeten constateren dat de overdracht faalt. Alleen evangelische gemeenten lijken tot groei in staat. Maar bij nadere beschouwing gaat het hier vaak om een "recycling of the saints", een overgang van de ene naar andere christelijke gemeenschap.

Stefan Paas merkte recent op: "In meer dan een millennium werd Europa christelijk en het werd seculier in minder dan een eeuw". Nu valt bij het seculiere karakter van onze cultuur een belangrijke kanttekening te plaatsen. Cultuurtheoloog Frank Bosman noemt Nederland een "vre-se-lijk christelijk" land.

1500 jaar evangelieverkondiging heeft Nederland niet onberoerd gelaten. Ons waarden- en normenpatroon. ons rechtsstelsel, maar ook populaire muziek,soaps en zelfs televisiereclame zijn christelijk gestempeld. Bewust of onbewust wordt geput uit de christelijke bagage die in de culturele rugzak zit. Ontkerkelijking is dus wat anders dan ontkerstening. Maar een snelle ontkerkelijking valt niet te loochenen.

Deze snelle ontkerkelijking van de Nederlandse samenleving is een complex verschijnsel en laat zich niet monocausaal verklaren. Zondebokken zoeken heeft geen zin; het maken van een heldere analyse des te meer. Alleen door een goede diagnose valt er immers adequaat beleid te formuleren.

Voor de malaise van het kerkelijke christendom in onze streken, en meer bijzonder van de rooms- katholieke variant, zijn meerdere oorzaken te noemen. Ik noem allereerst de gevolgen van de versnelde globalisering. De tijd dat het christendom in Nederland een ( bijna) monopoliepositie had is al lang voorbij. Onze cultuur, ook onze religieuze cultuur, is vloeibaar geworden ( Zygmunt Baumann). Allerlei oude en vertrouwde kerkelijke instanties en instituten hebben hun stabiliteit verloren. In onze dagen is er vanuit de hele wereld een veelheid van aanbod op de religieuze markt.

Deze religieuze diversiteit is voor veel mensen aantrekkelijk maar ook zeer verwarrend. Feitelijk werkt het een relativistische denkhouding in de hand. Menigeen maakt geen eigen keuze maar blijft als waarnemer op afstand. Anderen zijn consumenten op de religieuze markt en sprokkelen zo hun eigen spiritueel pakket bij elkaar.

Waarom in deze situatie voor Jezus Christus kiezen? En al helemaal: waarom in deze situatie kiezen voor de Rooms- Katholieke Kerk ? Die keuze wordt ook bemoeilijkt door het dominante democratische levensgevoel. Mensen hebben moeite met gezagsverhoudingen. In veel gezinnen zijn de verhoudingen tussen ouders en kinderen kameraadschappelijk. Ook op scholen en in bedrijven heerst veelal een ongedwongen en informele werksfeer. In dit kader valt een hiërarchisch Kerk volstrekt uit de toon. Volgens het kerkrecht heeft de bisschop in zijn bisdom alle macht en geldt dat voor de pastoor binnen zijn parochie. Maar veel mensen buiten én binnen de Kerk hebben grote moeite met dit monarchaal, eenhoofdig bestuursprincipe.

Een ander cultureel gegeven vormt de sterke individualisering. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de jaren van de wederopbouw. Al snel ging de welvaart stijgen en kregen steeds meer Nederlanders een goede scholing. Hoge welvaart en hogere onderwijs heeft een sterke individualisering in de hand gewerkt. Tal van organisaties hebben te maken met een terugloop van leden. De individualisering gaat ook aan de kerkelijke deur niet voorbij. Integendeel, op alle terreinen is de kerkelijke participatie de laatste halve eeuw dramatisch teruggelopen. Met name de beide volkskerken, de PKN en de Rooms- Katholieke Kerk, hebben veel mensen zien verdwijnen. De laatste decennia hebben democratisering en individualisering ook de beleving van de moraal niet onberoerd gelaten. Feitelijk zien wij op een breed front een sterke liberalisering. Een en ander heeft met name grote gevolgen gehad voor de seksuele ethiek.

Ook het denken over het begin en het einde van het leven onderging een snelle evolutie. De abortus- en euthanasiewetgeving is geliberaliseerd. Tegen die achtergrond stuit de katholieke micro-ethiek op steeds meer onbegrip. Het katholiek denken wordt verbonden met talloze ge- en verboden. In de ogen van velen: hopeloos ouderwets en volstrekt achterhaald. In die situatie stuiten wij op een groeiend onvermogen om de katholieke ethiek op een positieve wijze voor het voetlicht te brengen

De laatste jaren wordt onze Kerk in ons land geplaagd door een golf van negatief nieuws. Ook als wij beseffen dat het kwade schreeuwt en het goede fluistert, heeft het geen zin om ons hoofd voor die realiteit in het zand te steken. Naast een reeks van grotere en kleinere incidenten vormt het recente eindrapport van de Commissie Deetman rond seksueel misbruik van minderjarigen binnen onze Kerk een triest dieptepunt. Alles bijeen voelen veel katholieken zich boos, verdrietig en beschaamd. De gestalte van de Kerk is besmeurd. In een dergelijke situatie is het voor zoekende tijdgenoten niet vanzelfsprekend om zich bij onze geloofsgemeenschap aan te sluiten. Concreet vraagt het schandaal van het seksueel misbruik om waarheidsvinding om zuivering en vernieuwing en om het recht verschaffen aan de slachtoffers. Alleen zo kan hopelijk, langzaam maar zeker, vertrouwen worden hersteld.

Bovenstaande ontwikkelingen en standen van zaken globalisering en relativering, democratisering en individualisering zijn serieuze barrières voor de voortgang van de rooms- katholieke Kerk in ons land.

Niet weinigen spreken dat ook uit en rekenen op een voortgaande marginalisering van de Kerk. Ook in mijn visie is de Nederlandse Romana uitermate broos en kwetsbaar geworden. De Kerk in ons land verkeert momenteel in een van de grootste crises sinds de Reformatie en heeft veel aan gezag ingeboet. Niet alleen kwantitatief maar juist ook kwalitatief is de Kerk kwetsbaar geworden. Breed is immers de Godsverduistering. Veel parochianen zijn door een bijbels analfabetisme sprakeloos. De situatie is ernstig maar nooit hopeloos.

Uiteindelijk leeft de Kerk immers van de belofte dat Christus bij haar is tot de dag die geen avond kent. Dat geeft hoop en vertrouwen,ook in een precaire situatie. Juist nu komt het erop aan om helder en hartelijk Kerk te zijn: orthodox maar ook open en gastvrij.

De Kerk van morgen: gastvrije orthodoxie

Het is goed om nader stil te staan bij de term orthodox of rechtzinnig. Voor menigeen roepen die woorden immers bijna automatisch negatieve gevoelens op. Orthodox staat voor hen gelijk aan rechts, behoudend, zuur of bitter, onwrikbaar, bekrompen, conservatief en nog wat van dit soort kwalificaties. Niet weinigen hebben zelfs de neiging om orthodoxie en fundamentalisme met elkaar te verwarren. Ik gebruik het woord orthodoxie echter allereerst beschrijvend.

Het heeft betrekking op de brede consensus over uitgangspunten én grenzen van ons geloof dat zich na een eeuwenlang debat heeft uitgekristalliseerd ( Erica Meijers). Wij staan op de schouders van vele generaties gelovigen die voor ons hebben geleefd. Chesterton spreekt in dit verband over " democracy of the dead". Katholieke orthodoxie wordt gevoed door centrale noties uit Schrift en traditie. Ik noem het geloof in de God van Israël, die op het hoogtepunt van de tijd in Jezus Christus bij ons is gekomen.

De verzoening door de kruisdood van Christus.

Het belijden van de drieëne God. De werking van de Geest en de betekenis van Kerk, ambten en sacramenten. Ik noem ook opvattingen rond leven en dood, de bescherming van het leven vanaf de conceptie tot de natuurlijke dood. Uiteindelijk gaat het om het bevorderen van een "cultuur van de liefde" ( Paulus VI). Een cultuur waar menselijke waardigheid en rechtvaardigheid centraal staan. Als ik een pleidooi houd voor katholieke orthodoxie pleit ik dus allerminst voor een afgezonderde "heilige rest".

Een strenge, gesloten, juridische orthodoxie met een veelheid van geboden en verboden vormt zelfs de dood in de pot. Het katholiek geloof wordt dan al snel steriel; een onbeduidende folklore voor een kleine schare van liefhebbers. Wij staan voor de uitdaging om de klippen van aanpassing, verdamping en verwatering enerzijds én verstard isolement anderzijds te vermijden.

In de huidige Nederlandse context doet de Kerk er goed aan om haar identiteit stevig te bewaken en tegelijkertijd open en uitnodigend te zijn. Tegen die achtergrond is orthodoxie voor mij allereerst een bron, een heilzame bron vol wijsheid over God, mens en samenleving. Met een woord van John Milbank, orthodoxie is "an always unfinished task". Milbank verwijst daarbij naar Henri de Lubac die erop heeft gewezen dat de verhalen en symbolen van Schrift, traditie en liturgie een surplus aan betekenis bevatten dat ons begrip ervan oneindig overstijgt. Katholieke orthodoxie is derhalve nooit statisch maar altijd dynamisch en contextueel, steeds aan verandering onderhevig. In ieder geval gaat het bij een meer exacte begripsbepaling van katholieke orthodoxie om "ware, oprechte lofprijzing". Het is een zaak van hoofd, hart en handen. Het gaat om de lofprijzing van God door belijden maar ook door gebed en liturgie en, niet in de laatste plaats, door concreet handelen. Dit alles draagt bij tot een heldere identiteit.

Levende en geleefde rechtzinnigheid krijgt in het alledaagse leven gestalte. Er bestaat zo, als het tenminste goed is, een nauwe band tussen orthodoxie en orthopraxis. Rechtzinnig belijden en levensheiliging horen bijeen als hol en bol. Uiteindelijk gaat het in het christelijk leven om de navolging van Christus. Woord en daad blijven dicht bijeen.

Het is belangrijk, ik zei het al eerder, om orthodoxie en fundamentalisme duidelijk te onderscheiden. Katholieke orthodoxie heeft immers geen koudwatervrees voor exegese en hermeneutiek. Integendeel, juist het geloof in de menswording Gods in Christus, staat geen statisch, a-historisch denken toe. Je kunt zeggen: geen verwarring maar ook geen verstarring. God is onder ons gekomen op een bepaalde plaats en een bepaalde tijd. De historische context van de Heilige Schrift en de teksten van de kerkelijke traditie is van groot belang voor de uitleg en de vertolking. Zo is de taal van de dogma's van de vroege Kerk niet meer de taal van mensen in de 21ste eeuw. Het christologische en trinitaire dogma zal dus steeds weer moeten worden uitgelegd en vertolkt. Recent heeft paus Benedictus gepleit voor een "hermeneutiek van de continuïteit". Het gaat om een voortdurend gesprek tussen traditie en actualiteit.

Ons doen en denken vraagt om een organische verbondenheid met het verleden. Ik pleit dan ook hartstochtelijk voor een levend katholicisme: open voor alle vragen van de actuele cultuur maar tegelijkertijd met een heldere identiteit. Rechtzinnigheid heeft dan ook niets te maken met fanatisme. In verband daarmee noem ik de klassieke deugden als prudentia (wijsheid) en temperantia (gematigdheid). De meest extreme standpunten zijn veelal niet de meest intelligente ( kardinaal Danneels). Ons leven is te complex om te denken in zwart- wit schema's waar alle nuance is weggevallen. Orthodoxie is geen museumstuk waar je met een open mond naar staat te kijken maar zonder relevantie voor vandaag. Onze dominante cultuur daagt de rechtzinnige gelovige steeds weer uit tot verantwoording. Een en ander gebeurt overigens ook intern door de meer moderne, vrijzinnige stromingen op het eigen christelijke erf. Zij zijn over het algemeen gevoelig voor de vragen en uitdagingen van de actuele cultuur en kunnen in die zin de katholieke rechtzinnigheid scherp houden. In ieder geval leeft een orthodox christen zeker niet in een stormvrije zone.

Zowel van binnen als van buiten de christelijke gemeenschap zullen indringende kritische vragen moeten worden beantwoord. De invloed van de erfenis van de Verlichting maar ook van de moderne wetenschap en techniek is gigantisch.

Tegen die achtergrond wordt de katholieke orthodoxie cultureel in het defensief gedrongen. Juist in een sterk verindividualiseerde cultuur ligt de kracht van het katholicisme in de gemeenschap. De Kerk vormt een communio van broeders en zusters die, als het goed is, elkaar dragen en verdragen. Juist is onze cultuur hebben veel mensen nood aan echte gemeenschap. Een hechte communio van katholieke gelovigen kan ook als creatieve minderheid een zoutend zout zijn. En met weinig zout valt men voedsel uitermate smakelijk maken.

Contouren van een toekomstbestendige Kerk

Levend vanuit de Eucharistie: de zelfgave van God in Christus centraal .De Kerk van morgen wordt opgebouwd vanuit de Eucharistie, de zelfgave van God in Christus. De schrijfster Luise Rinser geeft in haar dagboek een beschrijving van haar tuin in Rocca di Papa bij Rome. De tuin, vol bomen, bloemen en planten, noemt zij "mijn dagelijkse reden tot dankbaarheid". In de werkelijkheid is er niets zonder de weerglans van de Schepper. Rinser verwoordt een katholieke benadering van de wereld waarin wij leven.

Elk element in de schepping kan dienen om het geheim van God te naderen. Theologen zeggen dan: de werkelijk heeft een sacramenteel karakter. Allerlei zaken en handelingen kunnen tot voertuig worden van Gods liefdevolle nabijheid. Ik denk aan het gebed, aan het geven van een kruisje op het voorhoofd van een kind; aan een gewijde palmtak; aan het branden van een kaars voor het beeld van Maria; aan het op bedevaart gaan; aan het zegenen van een huis of een auto. Zichtbare tekens brengen ons in contact met de verborgen God. Naar katholiek besef vormt Christus bij uitstek het sacrament van de Godsontmoeting. In Christus hebben wij op een onovertrefbare wijze toegang tot de heilige God. Het geloof in Gods komst onder ons in Jezus vormt het fundament voor een sacramenteel verstaan van onze wereld.

In de sacramenten en sacramentaliën is Christus ons actueel nabij. Een en ander geldt naar katholiek besef bij uitstek voor het sacrament van de Eucharistie. Niet voor niets noemt het Tweede Vaticaanse Concilie ( 1962-1965) de Eucharistie " bron en hoogtepunt van het christelijk leven" ( vgl. Lumen Gentium, 11). Het openbaar leven van Christus wordt getekend door een consequente dienst aan de Vader en de mensen.

Tijdens het laatste Avondmaal wordt dit centrale aspect van het leven van de Heer prominent in beeld gebracht. Brood wordt gebroken als teken van de delende, schenkende en vergevende liefde. Al heel snel valt dan het woord offer, de totale zelfgave van Christus.Jezus geeft zijn leven als uiterste consequentie van zijn trouw aan de zending van de Vader. Tijdens de Eucharistie wordt het levensoffer van Christus in kracht van Gods Geest, tegenwoordig gesteld. Wij delen in het nieuwe verbond van God in Christus. Zo vormt de Eucharistie allereerst een geschenk, de gave van Gods liefde.

Vanuit de verbondenheid met zijn Vader geneest en vergeeft Jezus mensen. Maar Hij komt niet alleen voor zondaars maar ook voor bedelaars ( Noordmans). In die zin is er een nauwe samenhang tussen de Eucharistie en de diaconie. Christus laat zich ontmoeten in het Eucharistisch brood maar ook in de minstens der Zijnen.

Dienstbaar naar binnen en naar buiten

In dit verband verwijs ik graag naar een affiche dat jaren geleden door het aartsbisdom Utrecht is verspreid in het kader van een "Week voor de diaconie". Op dat affiche staat een prachtig gouden tabernakel. De deuren van het tabernakel staan open maar wij zien geen ciborie maar het hoofd van een wat haveloze man. In de heilige ruimte waar het Lichaam van Christus wordt bewaard, is het portret van een dakloze afgebeeld.

Hier wordt op een prikkelende wijze in beeld gebracht dat Eucharistie en diaconie bij elkaar horen als hol en bol. Wie Eucharistie viert gaat niet langs de nood van deze wereld heen leven. Integendeel, hij wordt opgeroepen tot solidariteit met de kleinen en kwetsbaren binnen en buiten de geloofsgemeenschap. In hen immers ontmoeten wij immers de Heer zelf ( vgl. Matheus 25, 31- 40).

Zo vormt de Eucharistie een bron die katholieke christenen de kracht geeft om lief te hebben, juist ook allen die geen helper hebben. De Kerk van Christus is wel cultuurkritisch maar nooit cultuurvijandig. Juist de gerichtheid op het Koninkrijk van God maakt een christen gevoelig voor alles wat met dat Koninkrijk niet in overeenstemming is.

Paus Benedictus spreekt in zijn grote sociale encycliek "Caritas in Veritate" (2009) meerdere keren over een integraal of christelijk humanisme. De liefde van God moet weerspiegeld worden in onze liefde voor medemensen, juist ook voor de kleinen en kwetsbaren. Katholieke diaconie heeft niets van doen met activisme zonder geestelijke wortels maar is christelijke actie, gevoed door een intense vriendschap met Christus.

Ons land is de afgelopen decennia uitermate welvarend geworden. De meerderheid van de bevolking is opgenomen in de brede zoom van de middenklasse. Maar ook in ons rijke land bestaat nog steeds een hardnekkige kern van armen. Nog steeds behoort ruwweg 8% van de bevolking tot de armen.

Recent kwam dat in beeld bij de presentatie van het kerkelijk onderzoek Armoede in Nederland. De internationale kredietcrisis en economische malaise vertalen zich in een spectaculaire groei van het aantal hulpaanvragen bij de kerken. Kerkelijk geld gaat naar individuele personen in problemen maar ook naar noodfondsen en voedselbanken. De waarde van de vele uren kerkelijk vrijwilligerswerk is dan nog niet genoemd, maar meerdere onderzoeken becijferen die waarde op enkele honderden miljoenen euro's. Zo stellen kerkmensen op talloze plaatsen daden van barmhartigheid.

Onze Kerk is geen politieke partij maar wel een morele instantie binnen het maatschappelijk middenveld. Zij is geroepen om een bijdrage te leveren aan het morele kompas van onze cultuur. Een door het christelijk geloof gestempelde beschaving komt op voor de waardigheid van mensen,ook van de kleinen.

Christus roept, in de lijn van de profeten van het Oude Testament, ons op tot een overvloedige gerechtigheid. Christenen staan,in het nog steeds zeer welvarende Nederland van vandaag, voor de uitdaging te komen tot een effectieve aanpak van de armoede en concrete hulp aan mensen die leven op of rond de armoedegrens. Voor velen krijgt de oecumene vaak primair gestalte via de liturgie.

Juist op het terrein van de dienst aan de samenleving valt er voor katholieke Caritasinstellingen en protestantse diaconieën echter nog een wereld te winnen. Laat juist op diaconaal terrein maar duizend bloemen bloeien. Datzelfde geldt overigens ook voor de catechetische dimensie van het christen- zijn.

Een lerende gemeenschap

De Nederlandse katholieke Kerk lijdt op een breed terrein aan "sprakeloosheid". Het is een mantra die ik al jarenlang aanhef. Een en ander laat zich des te meer voelen nu de Kerk krimpt en marginaal wordt. Nu komt het aan op een persoonlijk doorleefd geloof. Katholieken kunnen immers steeds minder drijven op het geloof van de gemeenschap. Het "Gebot der Stunde" is dan ook om binnen de katholieke gemeenschap een groot accent te leggen op geloofscommunicatie en catechese. De rijke bronnen van ons geloof moeten weer stromen. Alleen door studie van de Heilige Schrift en de grote denkers en heiligen van onze traditie, krijgen mensen weer woorden om van hun geloof te getuigen, dat geloof te verantwoorden en door te geven

Alle onderzoeken tonen aan dat juist het gezin de primaire plaats van geloofsoverdracht vormt. Geloofscommunicatie binnen het gezin vormt geen voldoende maar wel noodzakelijke voorwaarde voor de geloofsoverdracht van de ene generatie op de andere. Nog recent heeft Dr.Toke Elshof het belang van de huiskerk benadrukt. Parochies staan voor de uidaging om de gezinnen te helpen uit te groeien tot huiskerken. Het kerkelijk leven ondersteunt zo ouders in hun taak bij de overdracht van het geloofsgoed. Persoonlijk ben ik ontzettend blij met de methode " Geloven Nu". Klein begonnen in Deventer, is het materiaal nu breed beschikbaar voor alle bisdommen van Nederland en Vlaanderen. In kleine groepen komen mensen bij elkaar om te luisteren naar een verhaal uit de Heilige Schrift of een heiligenleven. Zo kunnen mensen elkaar voeden en bevestigen in hun relatie met God en Jezus Christus. Opvoeders krijgen geloofswoorden aangereikt die zij kunnen gebruiken bij de opvoeding van hun kinderen. Alleen als de Nederlands parochies echte lerende parochies zijn en steeds meer worden, kan het bijbels analfabetisme worden doorbroken. Het klinkt misschien dramatisch, maar soms heb ik het gevoel dat alleen een groot catechetisch offensief het katholicisme in ons land kan veilig stellen.

Zonder dat lijkt de geloofskracht verder te verzwakken en worden katholieken meer en meer religieuze humanisten voor wie belangrijke aspecten van het klassieke katholicisme vreemd zijn geworden.

Recent heeft de Canadese filosoof Charles Taylor met zijn boek " Een seculiere tijd" veel pennen in beweging gebracht. Hij stelt zich de vraag wat er levensbeschouwelijk in de laatste 500 jaar binnen de westerse cultuur is gebeurd. Hoe kan het dat in het jaar 1500 iedereen in God geloofde en religie dus volstrekt vanzelfsprekend was, terwijl heden ten dage geloof in God nog slecht een optie is naast vele andere opties. Wij leven in een samenleving gestempeld door de Verlichting. Vooral de laatste halve eeuw zijn alle vragen van de Verlichting gedemocratiseerd. De westerse mens is daardoor religieus ten diepste aangevochten.

Naar de visie van Taylor leven wij niet zozeer in een seculiere tijd maar in een tijd die zowel wordt gekenmerkt door religieuze onzekerheid als religieuze openheid. Het verschil tussen geloof en ongeloof is derhalve minder groot dan vaak wordt gedacht. Veel agnosten en zelf atheïsten ervaren de aantrekkingskracht van religie; veel gelovigen worden in hun geloof op de proef gesteld. Massief en vanzelfsprekend geloof is ook voor rooms- katholieken in Nederland steeds moeilijker geworden. Religie is ook voor steeds meer katholieken een individuele keuze. Vrijheid, authenticiteit, individualiteit bepalen de hedendaagse Nederlandse cultuur.

In die context vormt de eerste opdracht van de Kerk het spreken over het geheim van God. Als een voorstellen, als een getuigen, maar nooit opleggen. In de woorden van de Franse bisschoppen: "proposer, non imposer".

De Kerk getuigt van Hem die in Jezus Christus ons tegemoet komt om alles met ons te delen, ook onze schuld, onze angsten en onze dood. In kruis en opstanding toont deze God zijn "weerloze overmacht". In kracht van Gods Geest, zal een katholiek christen Christus navolgen in dienstbare, verzoenende liefde. Zo kan een aantrekkelijk christelijk of integraal humanisme ( Jacques Maritain) gestalte krijgen.

Het vraagt om blijvende toerusting van gelovigen als dragers van een levend, open en gastvrij katholicisme. Een dergelijke Kerk wil ik dienen helder én hartelijk, aldus mgr. de Korte.




.


Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.