Reactie Knr En Broeders Van H. Joseph Op Onderzoek Om

KNR
June 28, 2012

http://www.knr.nl/organisatie/nieuwsbericht.asp?nieuwsbericht_id=1297

De Commissie Deetman heeft vanaf het voorjaar van 2010 in opdracht van de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) onderzoek verricht naar seksueel misbruik van minderjarigen binnen de RK kerk.

Bij dat onderzoek is de Commissie gestuit op een aantal als “verdacht” aan te merken sterfgevallen in een katholieke instelling in de gemeente Heel. Daarop heeft de Commissie besloten om het betreffende dossier voor nader onderzoek over te dragen aan het Openbaar Ministerie in Roermond.

Het Openbaar Ministerie heeft in de voorbije maanden de zaak onderzocht en vandaag de resultaten van het onderzoek bekend gemaakt. Ook de KNR heeft vandaag kennis kunnen nemen van de onderzoeksresultaten. Het Openbaar Ministerie stelt vast dat de 37 sterfgevallen “als groep als verdacht aangemerkt kunnen worden”. Ook concludeert het Openbaar Ministerie dat het “waarschijnlijker is dat de jongens zijn overleden aan een misdrijf, dan aan een natuurlijke doodsoorzaak”. Voorts geeft het Openbaar Ministerie aan dat er geen nader onderzoek zal plaats vinden teneinde meer helderheid te verkrijgen over de rol van de toenmalige afdelingsbroeder, de instellingsarts en een medewerkster van de Arbeidsinspectie. Hoewel de congregatie indertijd besloten heeft om de betreffende broeder over te plaatsen kan hieruit volgens het Openbaar Ministerie niet met zekerheid worden afgeleid dat de congregatie op dat moment wist dat er sprake was van verdachte sterfgevallen. In 1959 zijn door de toenmalige rector en de vicaris-generaal van het bisdom Roermond vraagtekens gezet bij de sterfgevallen en is er vervolgens een onderzoek ingesteld. Dit heeft niet geleid tot aangifte van een misdrijf. De Broeders van de H. Joseph en de KNR zijn geschokt door de conclusies die het Openbaar Ministerie in haar onderzoek heeft vastgesteld. Ook betreuren zij dat de kerkelijk verantwoordelijken eind jaren vijftig hebben nagelaten aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie voor nader onderzoek.

Primair gaat het medeleven van de Broeders van de H. Joseph en van de KNR uit naar de familieleden, vrienden en kennissen van de betreffende jongeren. De wonden van het verdriet over het premature verlies van hun dierbaren zijn opnieuw geopend. Dit verdriet wordt nog vergroot door de aanhoudende onzekerheid omtrent de omstandigheden van het overlijden van de gehandicapte jongens. De impact daarvan is nu – decennia later – wellicht nog groter dan destijds, omdat dit verdriet zich nu op een nog meer indringende wijze kan manifesteren. Oprecht en van ganser harte wensen de Broeders van de H. Joseph en de KNR alle betrokkenen veel sterkte bij het verwerken van de pijn, die dit langdurige rouwproces met zich meebrengt.