BishopAccountability.org
 
 

Virtuele Pedoporno Als Remedie

The Trouw
October 29, 2012

http://www.trouw.nl/tr/nl/4516/Gezondheid/article/detail/3339011/2012/10/29/Virtuele-pedoporno-als-remedie.dhtml

Seksuoloog Erik van Beek spreekt regelmatig mannen die zich seksueel aangetrokken voelen tot kinderen. De overgrote meerderheid van deze mannen worstelt enorm met deze gevoelens. Vaak is hun leven ook op andere terreinen - relatie, werk - in het slop geraakt door de stress.

Een spanning die nog eens vergroot wordt als de man in kwestie belangstelling heeft voor plaatjes waarop zijn voorkeur expliciet wordt afgebeeld. Dat hoeft lang niet altijd, overigens. Maar wie wel taalt naar kinderporno, zit met een groot probleem. Want het is strafbaar.

Chat

Van Beek kan dit alles met de mannen bespreken, hij kan proberen of ze hun voorkeur deels kunnen verbreden naar jong-volwassenen, of ze iets voelen voor een chat op internet waarbij iemand de rol van kind aanneemt. Zeker wanneer de mannen aangeven dat de spanning zo hoog kan oplopen dat ze zich mogelijk aan een kind zullen vergrijpen.

En beelden? Een strip, dat zou misschien nog wel kunnen. Maar zodra het wat levensechter wordt, is het materiaal verboden. "Wat dat betreft kun je mensen niets bieden", zegt Van Beek. "Het grote risico is dat ze het uiteindelijk toch illegaal gaan opzoeken."

Hij werkt in verschillende praktijken in de Randstad en ziet zelf niet de forensische groep - de mannen die veroordeeld zijn en gedwongen onder behandeling moeten. "Maar die instellingen zitten vol met mannen die nooit dader van misbruik waren en dat meestal niet eens overwogen, maar wel kinderporno downloadden. Zij zijn hoogstens consument - hoewel voor de productie van dat materiaal natuurlijk wel kinderen zijn misbruikt." Hoogstens 1 op de 20 veroordeelden loopt het risico ook pleger te worden, zegt Van Beek.

Eigen initiatief

Bij Rik van Lunsen, collega-seksuoloog van Van Beek in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam, melden zich jaarlijks twintig tot 25 mensen met pedofiele gevoelens - vaak op eigen initiatief of doorverwezen door huisarts of psychiater. "Wij noemen dat de 'gezonde' groep. Dat zijn de mensen die worstelen met hun geweten, die bang zijn dat ze dingen gaan doen met kinderen die ze zelf eigenlijk absoluut niet willen."

Het mag tegenstrijdig klinken, maar meestal is volgens Van Lunsen de eerste taak van de behandeling ervoor te zorgen dat deze mannen niet langer fanatiek strijden tegen hun seksuele voorkeur. "Het is het volgende effect: als je maar de hele dag tegen iemand zegt dat hij niet aan een roze olifant mag denken, wordt na een tijdje iemands denken helemaal door die roze olifant beheerst. Het hele leven van die patienten staat in het teken van die strijd."

Het idee dat een pedofiel nog 'bekeerd' kan worden, daarvan is Van Lunsen al lange tijd genezen. "Ze zeggen het zelf ook vaak: 'ik wil er vanaf'. Maar dat kan dus niet. De seksuele voorkeur ligt voor het achtste levensjaar vast. Bij mensen met dit soort gevoelens zie je een in de kinderjaren verstoorde seksuele ontwikkeling, waardoor de ongewone voorkeur ontstaat en tegelijkertijd seks samengaat met enorme schaamte en schuldgevoelens. Hoe dan ook, na die tijd kun je alleen maar in de marge werken aan iemands voorkeur. En bij een deel van de mensen is dat nu eenmaal de voorkeur voor kinderen."

Fantasieen en gedrag

Van Lunsen heeft een vrij duidelijke boodschap. "Wij vertellen de mensen: je bent zelf niet verantwoordelijk voor je voorkeur. Je bent ook niet verantwoordelijk voor je gedachten, of voor je fantasieen. Die heb je nu eenmaal. Neem van mij aan, ieder mens heeft seksuele fantasieen waarvan hij geen moment denkt dat hij ze zou willen uitvoeren. Er is maar een ding waarvoor je verantwoordelijk bent, zeggen wij: je gedrag. Het is aan jou om te zorgen dat je kinderen niet beschadigt."

Een enkeling blijkt na deze behandeling, als hij minder worstelt met het verbod, alsnog seksueel aangetrokken te kunnen worden door volwassenen, merkt Van Lunsen, maar het zijn uitzonderingen. De weg die nog vaak gekozen wordt voor deze groep - via medicijnen onderdrukken van de seksuele gevoelens - werkt voor deze groep juist averechts, zegt Van Lunsen. "Hun voorkeur wordt dan opnieuw afgewezen, maar blijft wel bestaan."

Frustratie bouwt zich op

Ook de patienten van Van Lunsen zijn lang niet altijd gefascineerd door kinderporno. "Een deel moet daarvan niets hebben. Maar anderen wel, en die hebben een fors probleem. Want het mag niet. Ondertussen blijven ze wel de gedachten daaraan hebben. En de frustratie daarover bouwt zich op. Met soms het risico op echt verkeerd gedrag."

Zowel Van Beek als Van Lunsen ziet daarom de voordelen van virtuele kinderporno - materiaal waarvoor geen echte kinderen worden gebruikt. "Het is een veilige manier, zowel voor de pedofielen als voor de kinderen", zegt Van Lunsen. "Je biedt het aan aan de groep die kinderen geen kwaad wil doen, en die met deze stimuli ook niemand kwaad doen. Je laat ze spelen in hun deel van de tuin der lusten, om het zo te zeggen."

Virtuele kinderporno: het zal veel mensen nog steeds onsmakelijk in de oren klinken. "Walging is begrijpelijk", zegt Erik van Beek. "Maar die mag hier geen rol spelen. Voor sommige mannen is het belangrijk dat het materiaal echt lijkt. De enige goede reden om kinderporno te verbieden, is dat voor het produceren kinderen worden misbruikt. Hier gaat het erom dat je mensen ruimte geeft voor verboden fantasieen, zonder dat het schadelijk wordt voor anderen. Je geeft mensen een uitlaatklep, waardoor de spanning kan afvloeien."

Daarnaast is er nog iets wat Van Beek het 'gemaksprincipe' noemt. "Contact zoeken met een kind vraagt veel planning en inspanning. Het levert bovendien een hoop narigheid op. Hetzelfde geldt voor echte kinderporno. Als er daarnaast virtuele kinderporno aanwezig is, die eenvoudig en zonder consequenties te bereiken is, zal deze groep eerder daarvoor kiezen. Het allermooiste zou zijn wanneer je ook de producenten van kinderporno waarvoor kinderen worden gebruikt een slag toebrengt. Dat je die markt verstoort."

Roofdieren

Er zal altijd wel een groep pedoseksuelen blijven die virtuele kinderporno alleen maar als extraatje ziet. Daders dus, en daarmee een andere groep dan de meerderheid met pedofiele gevoelens. "Dat noemen wij wel de roofdieren, de mannen die alles afstruinen en wel een enorme drift hebben, maar geen gewetensfunctie", zegt Van Beek. "Maar dat is echt een minderheid." Van Lunsen: "Crecheleider Robert M. en Dutroux zijn schrikbeelden, maar ze zijn ook heel grote uitzonderingen. Zij zijn meer psychopaat dan pedofiel."

Van Beek zou het liefst zien dat bonafide producenten, streng gecontroleerd, virtueel materiaal produceren waar een keurmerk op komt te staan: hier zijn geen kinderen voor misbruikt. "Of het gebruik van dat materiaal leidt tot een daling van gebruik van echte kinderporno en van misbruik, zou ik eerst nog op kleine schaal uitzoeken." Dat zou dan in de praktijk neerkomen op een onderzoek waarin gebruikers van virtuele kinderporno worden vergeleken met de groep pedofielen die medicinaal de seksualiteit onderdrukt, vermoedt Van Lunsen. Erik van Beek: "Als je uitgaat van schattingen dat rond de 1 procent van de bevolking een pedofiele voorkeur heeft, komt je uit op zo'n 150.000 mensen. Veel van hen zullen niets met deze voorkeur doen, maar er is ook een grote groep waarop we geen zicht hebben. Daaronder ook mensen die overwegen kinderporno te gaan downloaden. Dat kun je met virtueel materiaal voorkomen."

Pornofilms naspelen

Maar doet kijken naar kinderporno dan niet de wens toenemen om het ook echt te gaan doen, kinderen misbruiken? Van Lunsen: "Dat is steeds het bezwaar tegen dit voorstel. Een gedachte overgewaaid uit Amerika, waar ze al bang zijn dat seksuele voorlichting jongeren aanzet tot seks. Maar er is inmiddels heel veel bewijs voor het tegendeel. Kinderporno kijken betekent niet meer misbruik."

Integendeel zelfs, verwijst hij naar onderzoek uit Tsjechie (zie kader). Volgens Van Lunsen komt dit bezwaar voort uit bredere misverstanden over seks. "Een paar jaar geleden speelde de discussie over wat de pornoficatie van de samenleving werd genoemd: mensen zouden pornofilms gaan naspelen. Zo bleek het helemaal niet te werken."

Sinds tien jaar, toen virtuele kinderporno werd verboden tegelijk met echte kinderporno, is er steeds meer onderzoek dat aangeeft dat het kijken naar beelden echt niet het handelen opwekt", bevestigt Erik van Beek. Volgens hem was een van de redenen voor het complete verbod het argument dat virtuele en echte kinderporno moeilijk van elkaar te onderscheiden waren. "Maar ook de techniek is inmiddels veel verder. Een eerste stap zou dan ook zijn om het verbod op virtuele kinderporno te schrappen. Om het allereerst mogelijk te maken dat je kunt kijken of dat onder strenge voorwaarden gemaakte materiaal inderdaad werkt bij mensen met pedoseksuele gevoelens en zo ook de kans op misbruik van kinderen verkleint."

Toevallig experiment in Tsjechie wijst op afname misbruik bij beschikbaarheid porno

Gaat de pedoseksueel minder over de schreef met daadwerkelijk misbruik als hij kinderporno tot zijn beschikking heeft? De kans is miniem dat een wetenschapper dat ooit gaat uitzoeken: iedere ethische commissie zal een onderzoeksopzet afkeuren waarbij ingecalculeerd wordt dat deelnemers zich aan kinderen vergrijpen. Onbedoeld werd deze situatie wel in 1989 gecreeerd in toenmalig Tsjechoslowakije. Kort na de val van het communistische regime werd het strenge verbod op porno opgeheven. Het nieuwe bewind vergat daarbij een uitzondering te maken voor het bezit van kinderporno.

Een groep seksuologen onder leiding van de Amerikaan Milton Diamond analyseerde het aantal gevallen van kindermisbruik voor en na die beslissing. Ten tijde van het pornoverbod waren dat er jaarlijks zo rond de tweeduizend per jaar, maar vanaf het moment dat kinderporno werd toegestaan, schommelde het aantal misbruikzaken rond 1500 per jaar.

Of dat verschil echt kwam door afschaffing van het verbod, is niet met zekerheid te zeggen. Het aantal misbruikzaken was ook voor deze afschaffing al aan het dalen. Sinds 2007 is het bezit van kinderporno weer verboden in Tsjechie, maar er is nog niet uitgezocht of dat weer leidde tot een stijging in het aantal misbruikgevallen. Diamond en collega's constateerden overigens wel eenzelfde effect in Japan en Denemarken. Overigens ging het in Tsjechie natuurlijk wel om 'echte' kinderporno: materiaal waarvoor kinderen waren misbruikt.

In Zwitserland werd in 2002 de wet tegen kinderporno aangescherpt. Snel daarna voerde de politie een grootscheepse operatie uit tegen mannen die kinderporno hadden gedownload. Zwitserse psychologen onder leiding van Jerome Endrass bekeken de 'justitiele loopbaan' van 231 van deze veroordeelden. Voor de operatie hadden twee van de 231 mannen een veroordeling voor seksueel misbruik van een kind op hun naam, daarnaast waren acht betrapt op kinderporno. De onderzoekers volgden de veroordeelden zes jaar lang. In deze periode kwamen opnieuw twee mannen in contact met justitie voor kindermisbruik en negen voor kinderporno. Al met al concluderen de Zwitsers dat het gebruik van kinderporno niet snel leidt tot daadwerkelijk misbruik.

Verbod op virtuele kinderporno

Bij een wetswijziging in 2002, toen het bezit van kinderporno expliciet strafbaar werd gesteld, werd ook virtuele kinderporno onder deze categorie geschaard. Het ging om afbeeldingen die 'op het eerste gezicht levensecht' zijn. De maximumstraf bij herhaaldelijke overtreding werd zes jaar. Een paar jaar later werd dat opgehoogd tot acht jaar, waardoor het ook mogelijk werd bijzondere opsporingstechnieken in te zetten, zoals telefoontaps. Het leeftijdscriterium is achttien jaar. Vijf jaar geleden spraken diverse fracties in de Tweede Kamer zich uit voor een ruimer verbod op virtueel materiaal, bijvoorbeeld in internetspellen waar sommige deelnemers pedofiele situaties bleken te creeren, met weliswaar niet 'levensechte' beelden. Tot deze verruiming is het niet gekomen.

Het speciale Meldpunt Kinderporno heeft het de afgelopen jaren steeds drukker gekregen. Vorig jaar stuurde het meldpunt ruim 4600 meldingen door naar de politie, tegen ruim 1200 in 2010.

 

 

 

 

 




.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.