BishopAccountability.org
 
 

Aanpak Van Seksueel Misbruik in De Kerk: ‘van Taboe Naar Preventie’

KerkNet
June 2, 2014

http://www.kerknet.be/actua/nieuws_detail.php?nieuwsID=123505

[Jaarverslag 2012 – 2013 van de kerkelijke opvangpunten voor seksueel misbruik van minderjarigen in een pastorale relatie]

Op een persconferentie in het Interdiocesaan Centrum in de Guimardstraat in Brussel, is vanmiddag in aanwezigheid van de bisschoppen referent mgr. Johan Bonny en mgr. Guy Harpigny het rapport 2012-2013 over de werking van de tien contactpunten voor slachtoffers van seksueel misbruik in de Kerk voorgesteld. Tegelijk werd de pas verschenen brochure ‘Van taboe naar preventie. Beleidslijnen ter preventie van seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag in pastorale relaties met kinderen en jongeren’ toegelicht.

Vorig jaar, in mei 2013, bracht de Interdiocesane Commissie voor de Bescherming van Kinderen & Jongeren een eerste rapport uit over de werking van de kerkelijke opvangpunten voor slachtoffers van seksueel misbruik of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Die tien opvangpunten zijn een van de initiatieven van de bisschoppen en de hogere oversten om daadwerkelijk iets te doen aan het onrecht dat minderjarigen werd aangedaan door kerkmensen. Slachtoffers kunnen er in eerste instantie juridisch verjaarde feiten melden. Daarnaast is er de weg van de arbitrage, uitgewerkt op vraag van de parlementaire commissie, met volwaardige medewerking van de Kerk. In het totaal hebben 621 mensen een dossier ingediend bij het Centrum voor Arbitrage. Bij de kerkelijke opvangpunten hebben zich in 2012 en 2013 323 mensen gemeld.

“Met dit rapport willen we vermijden dat de problematiek uit het verleden wordt toegedekt”, stelde prof. Manu Keirse, voorzitter van de interdiocesane commissie. “Lange tijd hebben maatschappij en Kerk onvoldoende gezien of beseft dat seksueel misbruik van kinderen en jongeren een vorm van machtsmisbruik en dus een misdaad is. De omvang en de ernst van het probleem werden schromelijk onderschat. Daardoor werden slachtoffers ondersteuning en begrip onthouden en bleven daders ongemoeid. Het betekende extra leed voor mensen die al zwaar werden geraakt. De ogen hiervoor sluiten en doen alsof het allemaal niet zo erg is geweest, is het negeren van onrecht. De problematiek moet in zijn volle omvang aan het licht worden gebracht. Dat is de enige manier om onrecht te herstellen en herhaling in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen.”

Enkele cijfers

In de afgelopen twee jaar kregen de 10 opvangpunten 323 meldingen binnen. 16 % van de gemelde feiten dateren van de laatste 30 jaar en 84 % hebben zich meer dan 30 jaar geleden voorgedaan. 25 % van de feiten deed zich meer dan 50 jaar geleden voor. 87 % van de slachtoffers is op het moment van melding ouder dan 40 en 43 % is zelfs ouder dan 60. “Dit geeft een aanduiding van de duur van het leed dat mensen te dragen hebben gekregen”, aldus Keirse. 92 % van de slachtoffers was op het ogenblik van de feiten jonger dan 18 en 25 % jonger dan 10. 71 % van de slachtoffers en 94% van de daders is mannelijk.

Op vlak van de herstelmaatregelen zijn er drie verwachtingen die het sterkst doorwegen: de vraag naar bemiddeling tussen het slachtoffer en de verantwoordelijke van de instantie waartoe de overleden dader behoorde op het moment van de feiten (25 %), de vraag naar een ontmoeting met de verantwoordelijke van de dader (18 %) en de vraag naar een gesprek als vorm van erkenning (16 %).

125 van deze 323 slachtoffers hebben een financiele vergoeding ontvangen. Daarnaast zijn er ook de financiele vergoedingen die door het Centrum voor Arbitrage zijn toegekend en door tussenkomst van de Kerk aan de slachtoffers werden uitbetaald.

Van taboe naar preventie

“De pijnlijke verhalen van de voorbije jaren hebben geleerd dat om tijdig en kordaat in te grijpen alertheid en waakzaamheid nodig is”, onderstreepte Keirse. Daarom kreeg de eerste brochure ‘Verborgen verdriet. Naar een globale aanpak van seksueel gebruik in de Kerk’ (januari 2012) nu een vervolg: ‘Van taboe naar preventie. Beleidslijnen ter preventie van seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag in pastorale relaties met kinderen en jongeren’. Prof. Keirse: “Het is de bedoeling om in alle kerkgeledingen de zorg aan te scherpen voor een respectvolle omgang met personen die in een afhankelijke positie staan. Er worden leef- en werkregels geformuleerd die een zinvolle en respectvolle verhouding tussen afstand en nabijheid bevorderen.” De brochure gaat onder meer in op het vermijden van onaantastbare posities en vormen van onheuse machtsuitoefening, het versterken van zelfreflectie en vorming in relationele vaardigheden, de integratie van lichamelijkheid en seksualiteit in een gezonde persoonlijke ontwikkeling en de selectie en de keuze van medewerkers voor pastorale taken. Het boekje bevat ook informatie voor ouders over hoe ze op hun hoede kunnen zijn voor seksueel misbruik van kinderen, hoe ze de eerste tekenen bij hun kinderen kunnen onderkennen en hoe ze daarop adequaat kunnen reageren. En jeugdauteur Kolet Janssen schreef een verhaal voor kinderen. Prof. Keirse: “We willen niets onverlet laten om door passende maatregelen, correcte en breed te verspreiden informatie en een heldere transparantie over het verleden alles in het werk te stellen om wat zich in het verleden heeft voorgedaan te voorkomen in de toekomst. Dit vraagt om het doorbreken van het taboe. Preventie is beter dan herstel.”

Uit de praktijk

Tine Van Belle is coordinator van het opvangpunt van het bisdom Brugge en lid van de interdiocesane commissie. Ze begeleidt slachtoffers, maar ook daders. “Het allerbelangrijkste blijft voor elk slachtoffer dat ze gehoord worden met hun verhaal. Zij wensen vooral dat hun lijden ernstig genomen wordt. Zo is het voor sommigen nog steeds verrassend dat een kerkverbonden instantie hun verhaal niet minimaliseert, maar – integendeel – de plaats geeft die het verdient en dan ook de opvolging biedt die zij wensen. Uiteraard binnen de mogelijkheden van het juridische en kerkelijk kader. Maar de tijd van toedekken van elke vorm van misbruik, is definitief voorbij.”

Voor Van Belle is het duidelijk dat de Kerk heeft geleerd uit de ontmoetingen met slachtoffers en daders en dat ze een andere koers wil varen dan voorheen. “Het is niet voldoende om de oude feiten te erkennen en slachtoffers een weg naar heling te bieden. Dergelijke feiten moeten voorkomen worden. Vorming en persoonlijke ontwikkeling van al wie werkzaam is in de Kerk, lijkt ons de enige weg daartoe. De commissie zal er op toezien dat leidinggevenden op alle niveaus gevormd worden in het detecteren van elke vorm van misbruik. Maar nog belangrijker lijkt ons de persoonlijke vorming van priesters, diakens, religieuzen en leken die een zending in de Kerk ontvangen.”

Er wordt niet alleen aandacht besteed aan de persoonlijke ontwikkeling van seminaristen en andere medewerkers in opleiding, maar ook na hun wijding of zending worden ze verder begeleid en indien nodig bijgestuurd. In alle bisdommen worden daarom ‘zorgteams’ opgericht of zijn ze al werkzaam. Van Belle: “De Kerk is het zichzelf, zijn medewerkers en vooral de hele maatschappij verplicht om zorg te dragen voor kwetsbaren en gekwetsten. Maar zij moet ook zorg dragen voor al haar medewerkers opdat zij in waarachtigheid Kerk zou kunnen blijven, trouw aan haar christelijke kernboodschap. Anders holt zij zich van binnenuit uit en heeft zij geen maatschappelijke functie meer. De Kerk in ons land heeft deze boodschap begrepen en maakt daar in alle stilte en discretie werk van, maar ze wil hier ook publiekelijk van getuigen.”

Klik op onderstaande links voor de tekst van het rapport en info over de nieuwe brochure.

 

 

 

 

 




.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.