BishopAccountability.org
 
 

Het Verschil Tussen Een Burgemeester En Een Kerkjurist

kerknet
November 14, 2014

http://kerknet.be/actua/content.php?ID=27484



De volgende zin zou het begin van een mop kunnen zijn. Wat is het verschil tussen een vrouwelijke burgemeester uit een Vlaamse kustgemeente en een Vlaamse kerkjurist uit de Amerikaanse hoofdstad? Het antwoord op die vraag zou kunnen luiden: Er is geen verschil, want... (dan volgt de pointe).

Maar het was geen mop dat er geen verschil was tussen burgemeester Janna Rommel-Opstaele en kerkjurist Kurt Martens. Beiden reageerden boos op de geplande benoeming van priester Tom F. als pastoor in de federatie van Middelkerke. De burgemeester met een quote op de televisie, de kerkjurist met een opiniestuk in de krant.

De burgemeester had het over het feit dat "de persoon van de nieuwe priester niet te verenigen is met de verwachtingen ten aanzien van een figuur die een morele en voorbeeldfunctie heeft". De kandidaat-pastoor was immers niet onbesproken: in 2008 had hij als priesterleraar een zeventienjarige leerling dronken gevoerd en betast.

De kerkjurist vond dat ook, maar viseerde de bisschop. Hij vroeg zich af of "de bisschop van Brugge en zijn vicaris-generaal kunnen blijven functioneren in de gegeven omstandigheden". Vanuit zijn universiteit in Washington opperde hij de dwingende gedachte dat Rome met een visitatie het bisdom Brugge, waar ook de kerkjurist vandaan is, eens grondig zou moeten uitmesten.

Er is dus wel degelijk een verschil tussen de vrouwelijke burgemeester uit de Vlaamse kustgemeente en de Vlaamse kerkjurist uit Amerika. Zij was populistisch, hij beschamend bezig.

Neen, het was geen al te verstandig idee van de bisschop en zijn vicaris om die priester op die wijze "een tweede kans te geven" en het was een beetje naief van hen om te denken dat de mensen voldoende vergevingsgezind zouden zijn om die tweede kans bij hen te laten plaatsgrijpen. Daar bestaat een Engelse uitdrukking voor: NIMBY, not in my back yard. Simpel gezegd: overal maar niet bij ons. Helaas, dat zeggen ze overal, dus is het nergens.

Zo is onze samenleving nu eenmaal: we vergeven eigenlijk niet, we geloven dus ook niet echt in een tweede kans (al zeggen we van wel). Dat er op dat vlak geen verschil is tussen de liberale burgemeester en de katholieke kerkjurist, is pas erg.

De burgemeester is op de eerste plaats een politica en die wil nu eenmaal beschermer zijn van haar gemeentelijke gemeenschap (en populair blijven natuurlijk). Dus kun je haar uitspraken plaatsen (zelfs begrijpen). De kerkjurist is op de eerste plaats een jurist (en pas daarna een moralist of theoloog) en die moet het recht zijn terechte plaats geven. Dus kun je niet begrijpen dat hij de rechtsstaat aan zijn laars lapt.

Rechtsstaat wil zeggen dat niet het volk en de willekeur bepalen of iemand veroordeeld moet worden en hoelang desgevallend de straf dient te duren. Oordeel en straf liggen in handen van justitie die handelt en oordeelt volgens het recht. Daarna is het over. Punt.

In het zaak-Tom F. is dat ook gebeurd. Begin 2009 achtte de rechte de feiten bewezen, maar vond hij het niet nodig om de priester te veroordelen. De rechter gunde hem de opschorting van de uitspraak (omdat het ging om een eenmalig feit in benevelde toestand met iemand op de drempel van de volwassenheid). De priester moest zich wel vijf jaar aan enkele voorwaarden houden. Hij moest zich onder meer psychologisch laten begeleiden en uit de buurt van minderjarigen blijven. Dat is gebeurd, met het gevolg dat een klein jaar geleden al de hele zaak voorbij was. Als het recht heeft gesproken en de gevolgen ervan rond zijn, dan is de zaak voorbij. Zo werkt het recht.

Men kan het bisdom dus niet verwijten dat het zich richt naar het oordeel van de rechter (het heeft er bovenop nog bijna een jaar 'overgang' aan toegevoegd en Rome om raad vroeg). En toch: not in my back yard. Geen tweede kans in de praktijk, menen burgemeester en kerkjurist. Dat is van dezelfde 'hoogstaande' morele orde als iemand die zegt dat hij voor rechtvaardigheid is, maar in de praktijk mensen uitbuit. Daar hadden ze vroeger in Vlaanderen een uitdrukking voor: luister naar mijn woorden maar kijk niet naar mijn daden.

Dat uitgerekend een kerkjurist door zijn uitspraken het geweldmonopolie van justitie betwist en dus de rechtsstaat in vraag stelt, is onvoorstelbaar. Het zegt wel iets over de toestand van onze samenleving.

Hannah Arendt schreef ooit: "Het menselijke kwaad is grenzeloos, als het niet tot wroeging leidt." Parallel daaraan durf ik stellen: de menselijke wraak is grenzeloos, als hij niet in vergeving overgaat. In wezen heeft de moeilijkheidsgraad van een tweede kans vandaag te maken met het wegdeemsteren van het zondebegrip.

Door het verdwijnen van het begrip zonde is niet het begrip schuld verdwenen. Integendeel, nog nooit is de schuld van iemand zo groot geweest, als vandaag: schuldig blijf je eeuwig. Misschien wel omdat het geen zonde meer is. Zonden kunnen worden vergeven, schulden moeten worden ingelost. We zijn terug in de tijd van "oog om oog, tand om tand", zelfs verder terug in het verleden, toen de aflossing van de schuld groter hoorde te zijn dan het verschuldigde bedrag. Voor de kerkjurist blijkbaar levenslang.

Dat een kerkjurist zo lijkt te denken, is wel erg bedenkelijk. Het is alvast geen mop.

Mark Van de Voorde

 

 

 

 

 




.

 
 

Any original material on these pages is copyright © BishopAccountability.org 2004. Reproduce freely with attribution.