De Engelenjongens

NEDERLAND

Introductie

Iedere morgen zat broeder Alphonsus tijdens de mis, de eucharastie viering, broeders te tellen. Waren ze er nog allemaal? Was weer een broeder overgeplaatst? Niemand sprak erover maar het moge duidelijk zijn, vaak was een broeder plotseling verdwenen. Rond 1960 woonden en werkten ruim twintig Franciscaner broeders op internaat St. Maria ter Engelen klooster te Bleijerheide. Meer dan zeventig jongens bevolkten de bedden en schoolbankjes van de vijfde, zesde en voorbereidende klas, de lagere school met broeder Servatius als prefect. Onder zijn leiding hebben we veel gedoucht, blote jongens waren we!

De M.U.L.O telde nog meer leerlingen, flinke knapen die bij elkaar hingen op het schoolplein en waar de jongens van de lagere school niet bij mochten staan. Taalerupties over geslachtsdelen met pikante verwijzingen waren taboe voor de kleintjes. Communicatie liep geheel volgens andere wegen, daardoor leerde je te observeren. Het hoofd van de MULO was een streng heerschap, broeder Leonardus. Zijn loopstijl was uniek, als hij over het plein draafde kreeg je het gevoel dat een chique razia zou plaatsvinden. Zijn autoriteit kende geen tegenspraak. Er waren veel kleurrijke broeders op internaat zoals Bulletje de ziekenbroeder, alias de portier. Bijna ieder jongetje wist dat hij ieder schaafwondje van boven tot beneden observeerde en onderzocht. Je moest altijd terugkomen ter controle, het genezingsproces moest in de gaten worden gehouden…ach kom laten we ter zake komen….jaren later.

Note: This is an Abuse Tracker excerpt. Click the title to view the full text of the original article. If the original article is no longer available, see our News Archive.